Nieuwe heup

Artrose (slijtage) is de meest voorkomende gewrichtsaandoening. Vrijwel iedereen die ouder is dan 75 jaar heeft artrose in minstens één gewricht. Vrouwen hebben vaker artrose dan mannen. Alleen relatief jonge mannen (55-65 jaar) vormen een uitzondering wat betreft heupartrose. Zij hebben vaker heupartrose dan vrouwen van dezelfde leeftijd.

De aandoening heupartrose kan worden beschouwd als een degeneratieve toestand van een gewricht die vooral wordt gekenmerkt door kraakbeenverlies. Wanneer het gewrichtskraakbeen onvoldoende steun kan bieden, reageert het gewricht met botwoekeringen aan de randen. Men noemt dit osteofytvorming. Dit fenomeen is een fysiologische reactie op de verminderde belastbaarheid van het gewricht. De botwoekering is goed zichtbaar op een röntgenfoto.

Artrose kan ontstaan onder invloed van vele factoren; dikwijls is sprake van een combinatie van factoren. Niet bij iedere patiënt kan worden achterhaald wat precies de ‘kraakbeenslijtage’ heeft veroorzaakt.

Enkele bekende factoren die kunnen leiden tot kraakbeendegeneratie:

• Langdurige onder belasting of immobilisatie. Gebrek aan wisselende belasting leidt tot vermindering van voeding van het kraakbeen en vermindering van de aanmaak van grondsubstantie door de kraakbeencellen. Hierdoor vermindert de kwaliteit van het kraakbeen.
• Overbelasting van ondervoed en ongetraind gewrichtskraakbeen.
• Vormverandering van het gewricht als gevolg van een – in het verleden – doorgemaakte fractuur in het gewricht.
• Herhaalde of langdurige auto-immuunreacties van het lichaam tegen gewrichtskapsel. Denk hierbij aan reumatoïde artritis of de ziekte van Bechterew. Het gewrichtskapsel zorgt voor de productie van een voedende vloeistof. Bij frequente of chronische ontsteking van het gewrichtskapsel wordt de voeding van het gewricht verstoord en ontstaat degeneratie van het kraakbeen.
• Hoe ouder de patiënt des te groter is de kans op het ontstaan van artrose. Mogelijk speelt bewegingsarmoede hierin de belangrijkste rol.

Patiënten met heup slijtage ervaren pijn, stijfheid, bewegingsbeperkingen en functieverlies wat betreft het aangedane gewricht.

• Er is een al of niet pijnlijke beperking van het gewricht. Bij de heup is dit meestal bij het naar binnen draaien en naar achteren brengen van de heup. De beperking is langer dan drie maanden aanwezig en geleidelijk ontstaan.
• Startstijfheid, vooral in de ochtend.
• Zwelling van het gewricht. Dit wijst op kapselzwelling ten gevolge van chronische irritatie van het gewricht.
• Functieverlies van het gewricht. Er is merkbaar hinder in het dagelijks leven.

• De patiënt wordt een actieve leefstijl geadviseerd.
• Oefentherapie wordt aangeraden ter vermindering van pijn en verbetering van functie.
• Het uitvoeren van diverse soorten oefeningen wordt aangeraden: aerobe, spierversterkende en mobiliserende oefeningen. Eventueel kan worden verwezen naar een fysiotherapeut.
• Een andere mogelijkheid is het volgen van speciale beweegprogramma’s voor artrosepatiënten. Beweegprogramma’s zijn gericht op spierversterking, mobilisering, proprioceptie/coördinatie, functionele training, aerobe training en gewichtsverlies.

Voor de operatie:

Fysiopraktijk Jansen biedt oefengroepen aan waarbij er preventief of ter voorbereiding van de operatie getraind kan worden. Door oefentherapie is een operatie vaak langer uit te stellen doordat het trainen van de spieren ervoor zorgt dat het gewricht minder wordt belast. Ter voorbereiding van een operatie is het ook aan te bevelen om hier fysiek zo fit mogelijk in te gaan, zodat het herstel vlotter zal verlopen.

Actief beleid of oefentherapie heeft het meeste effect wanneer dit bestaat uit een combinatie van:

• krachttraining; deze wisselende mechanische prikkel stimuleert de chondroblast tot het aanmaken van nieuw kraakbeenweefsel.
• duurtraining; deze zorgt voor een relatief langdurige ‘stroming’ van gewrichtsvloeistof rond het gewrichtskraakbeen.
• mobiliserende oefeningen; een grotere mobiliteit zorgt ervoor dat er minder vaak eindstandige pijn in het aangedane gewricht optreedt.

Revalideren nieuwe heup

Twee tot drie maanden na de heupoperatie heeft u gemiddeld 2 keer per week fysiotherapie nodig. Neem daarom zodra u weet wanneer u geopereerd wordt, direct contact met ons op om alvast een afspraak te plannen voor na uw ziekenhuisopname.

Een fysiotherapeut kan heel specifiek de oefeningen aanpassen aan de mogelijkheden van de patiënt. Hierbij wordt vooral gelet op de leefstijl van de patiënt en de mogelijkheden die de patiënt heeft om lichaamsbeweging en oefeningen in de thuissituatie toe te passen.

Uw revalidatie bestaat uit:

• • stabiliteit- en coördinatietraining
  • spierversterking
  • mobiliteitsverbetering (verbeteren van de bewegelijkheid van het gewricht)
  • looptraining

Wil je een afspraak inplannen? Je kunt ons bereiken door te bellen naar het telefoonnummer: 0493 – 242121 of stuur een e-mail naar info@fysiopraktijkjansen.nl.