Voor een borstsparende operatie ga je onder volledige narcose. De chirurg maakt een snede in je huid, hierdoor worden de tumor en het omliggende weefsel verwijderd. De vorm van de borst wordt zo veel mogelijk hersteld tijdens de operatie. Deze ingreep duurt meestal 40 minuten tot anderhalf uur. Als de tumor goed voelbaar is, neemt de chirurg deze op gevoel of met behulp van echografie weg, niet goed voelbare tumoren worden vooraf gemarkeerd.
Het weggenomen weefsel wordt altijd onderzocht door een patholoog. Het is belangrijk dat de randen van het weggenomen weefsel schoon zijn, als dit het geval is dan is de tumor succesvol verwijderd. Wanneer de snijranden niet schoon zijn, dan is bestraling of een tweede operatie nodig. Afhankelijk van deze en andere uitkomsten van de patholoog wordt de verdere behandeling bepaald.
Hoelang het herstel na een borstsparende operatie duurt is niet zo goed te zeggen. Het hangt af van zaken als leeftijd, conditie en historie. In de eerste weken kan de wond pijnlijk zijn door zwelling, die klachten verdwijnen op termijn vanzelf weer. Zoals bij iedere operatie is er ook een kans op complicaties, denk hierbij aan nabloeding of infectie. Als er ook schildwachtklieren zijn weggehaald, dan kan er ook een tijdelijke ophoping van wondvocht (seroom) ontstaan. Wanneer ook een okselkliertoilet gedaan is, dan is de kans aanwezig dat je lymfoedeem gaat ontwikkelen.
Omdat er bij baarmoederkanker een grote kans is dat er uitzaaiingen zijn, worden meestal ook de eierstokken en eileiders verwijderd.
De operatie kan op verschillende manieren plaatsvinden. In de meeste gevallen wordt gekozen voor een kijkoperatie, waarbij de baarmoeder via de vagina verwijderd wordt. Soms kan dit niet omdat de baarmoeder te groot is, dan gaat het via een snee in de buik die loopt van het schaambeen naar de navel.
Nog een vorm van opereren is de stadiëringsoperatie. Deze kan worden gedaan bij agressieve tumoren. Behalve baarmoeder, eierstokken en eileiders worden dan ook nog een aantal lymfeklieren, stukjes van het vetschort en buikvlies en een stukje van het steunweefsel rond de baarmoeder verwijderd. Via deze weg wordt duidelijk of de tumor al buiten de baarmoeder gegroeid is of uitgezaaid.
Als de kanker is doorgegroeid naar de baarmoederhals, dan is een wat uitgebreidere operatie nodig. Dit is bijna altijd een open operatie zodat de arts de hele buik kan bekijken. Er wordt een uitgebreid scala aan weefsels weggehaald.
Er is een kleine kans op complicaties bij een baarmoeder operatie. Daarbij kan je denken aan wondinfectie, trombose, longontsteking of een nabloeding. Andere gevolgen kunnen zijn dat je je minder vrouwelijk voelt of dat je beleving van seksualiteit verandert. In sommige gevallen werkt je blaas minder goed, dat is meestal tijdelijk. Wat sowieso gaat gebeuren is dat je in de overgang komt als je die nog niet doorlopen had. Wanneer er ook lymfeklieren verwijderd zijn, is er kans op oedeem in de onderbuik.
In de meeste gevallen is na deze operatie geen behandeling meer nodig, maar soms ook wel. Je arts zal de overwegingen met je bespreken.