Wanneer je aan intensieve duurtraining doet, richt je je op het verplaatsen van het omslagpunt van aerobe naar anaerobe; de lactaatdrempel ofwel anaerobe drempel. Vanaf de lactaatdrempel wordt er meer melkzuur aangemaakt dan er door je lichaam kan worden afgebroken. Hoe verder je dit voor je uit kunt schuiven, hoe langer het duurt tot er verzuring optreedt.
Wat je traint wanneer je werkt aan het verleggen van de lactaatdrempel is het aantal haarvaten in de spiervezels. Hoe meer haarvaten er naar de spier leiden, hoe meer zuurstof er kan worden opgenomen. Dit zorgt er voor dat vermoeidheid uitblijft en dat er niet vol wordt overgeschakeld naar het anaerobe systeem.
Een vermeerdering van het aantal haarvaten (ook wel capillarisatie-effect genoemd) kan je met name bewerkstelligen met aerobe training. Maar om je uithoudingsvermogen te optimaliseren is er nóg iets belangrijk, namelijk de snelheid van het zuurstoftransport. Dit kan je verhogen door anaerobe te trainen.
Intervaltraining is een mooie methode om de lactaatdrempel te verleggen en zo het uithoudingsvermogen te verbeteren. Door de afwisseling tussen het aerobe en anaerobe energiesystem neemt zowel het aantal haarvaten als de kracht waarmee het bloed wordt rondgepompt toe. Win-win dus.